De visarend is een prachtige roofvogel. Ze zijn een stuk kleiner dan zeearenden. Hij is in vlucht goed te herkennen door zijn geheel witte onderkant, zijn chocoladebruine bovenkant en zijn enigszins ‘geknikte’ vleugels. Door het oog loopt een donkere streep. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk.
De havik is een krachtige en imposante roofvogel die je niet op een presenteerblaadje te zien krijgt; een goede waarneming blijft een toevalstreffer. Zelfs in die streken waar de soort relatief talrijk voorkomt, moet je de verwachtingen op een ontmoeting niet al te hoog stellen; het blijft een kwestie van veel geduld en wat geluk. Haviken kunnen zowel standvogel, zwerfvogel als trekvogel zijn. Wanneer ze zich eenmaal in een broedgebied hebben gevestigd, zijn onze Nederlandse haviken echte standvogels.
Onlangs las ik in de krant dat natuurliefhebbers in de stad Groningen in de hoogste staat van opwinding zijn, nu blijkt dat er slechtvalken in een nestkast broeden aan het Gasunie gebouw. Logisch natuurlijk, want de slechtvalk is een tot de verbeelding sprekende vogelsoort;
In Nederland verblijven in de nazomer en het najaar tientallen Casarca’s (Tadorna ferruginea) en ieder jaar zijn er maar enkele broedgevallen en daarmee is het een uiterst schaarse broedvogel… Ze worden vanwege de oranjebruine kleur ook wel roestgans genoemd.
Afgelopen week kreeg ik van een buurman via ‘whatsapp’ een berichtje: Geert, ik weet het nu zeker; hier zit een gele merel… Op mijn antwoord: zware avond gehad? kreeg ik toch een nauwkeurige beschrijving van een vogel met een erg afwijkende kleur, dus mijn belangstelling was gewekt!
Dat de kerkuil het nog steeds moeilijk heeft, blijkt ook nu weer uit een recente melding van de kerkuilenwerkgroep:
De bosuil leeft hij in gemengde bossen, parken, boomgaarden, tuinen en zelfs in sommige steden. Hij kan bijna overal voorkomen zolang er maar een paar grote bomen aanwezig zijn, voedsel en natuurlijk geschikte broedplaatsen. Deze uil is 37 tot 39 cm lang en is daarmee een middelgrote uil.
De ooievaar; een onmiskenbare zwart-witte vogel met rode snavel en poten… In 1991 werd voor het eerst geen enkel ‘wild’ broedpaar in ons land vastgesteld. Inmiddels heeft het hertintroductieprogramma vruchten afgeworpen en broeden er in Nederland weer veel ooievaars.
Een dwaalgast is een vogel die slechts zelden, vaak door verdwalen, in een gebied aangetroffen wordt, zonder dat ze daar een gevestigde populatie hebben… Enig nazoek werk leert: de kleine vliegenvanger is een zeldzame soort die op trek nog wel eens wordt waargenomen.