Nu de winter voor de deur staat en de dagen alsmaar killer en donkerder worden, zoeken ook de ransuilen elkaar in deze tijd van het jaar op. Ze groeperen zich om overdag gezellig samen in een boom een uiltje te knappen. Dat unieke gedrag heet ‘roesten’.
De groene specht (Picus viridis) is een talrijke en wijdverbreide standvogel in het grootste deel van Europa en komt ook voor in het uiterste westen van Azië. Hij is een buitenbeentje onder de Nederlandse spechten. Hij roffelt nauwelijks, is glanzend groen en zit liever op de grond dan in een boom.
In deze tijd van het jaar zie je het regelmatig: jonge vogels. Zo ook in onze tuin, die qua inrichting voor het grootste gedeelte vogelvriendelijk is ingericht. Veel bomen en struiken (die ook vruchten dragen), gecombineerd met heggen en klimop.
Een niet veel gespotte maar graag geziene soort… De zwarte specht (Dryocopus martius) is een geheimzinnige bosvogel met een teruggetrokken levenswijze. Hij hakt over het algemeen elk jaar een nieuw nest in een dikke loofboom, vooral in dikke beuken. Zo biedt de zwarte specht holten voor bosuilen, boommarters en vele andere soorten. Ze zijn schuw en vliegen snel weg zodra ze een mens waarnemen, of blijven uit het zicht aan de andere kant van de boom. 🙁
De Groenpootruiter broedt onder meer in het noorden van Europa, waar het nest wordt gebouwd in het grensgebied tussen bos en veen. Overwinteren doet de vogel langs de kusten van het Middellandse-Zee gebied en de Atlantische oceaan. In Nederland zijn geen broedgevallen bekend, dus des te leuker dat ik er eentje bij mij in de buurt aantrof.
Na een periode van een bijna dagelijks terugkerende sperwer in onze tuin, is het nu een stuk rustiger geworden. Er waren zelfs dagen bij dat hij 3 keer per dag even kwam kijken of wat te halen viel. Af en toe zien we hem nog, maar schijnbaar is onze tuin een stukje minder interessant geworden.
Onze eigen’ Gele kwikstaarten komen nu Nederland binnen en zorgen gauw voor meer kleur op de akkers. Tegelijk trekken andere ‘gele kwikken’ door, op weg naar broedgebieden elders in Europa. Maar de ene kwik is de andere niet. Vooral tijdens de voorjaarstrek kun je gemengde groepjes kwikstaarten treffen van wel drie soorten. Helemaal leuk is het natuurlijk als je dan inderdaad zo’n dwaalgast aantreft… 🙂
Rond 1900 broedde de goudplevier (Pluvialis apricaria) in Nederland in kleine aantallen in de heidegebieden van de Peel en in Drenthe. Mede door ontginningsactiviteiten is hij als broedvogel in Nederland uitgestorven, daarom staat deze vogel op de Rode Lijst. In Nederland en België zijn goudplevieren het meest in het voorjaar (maart-april) en in het najaar (september-november) te zien wanneer grote aantallen neerstrijken op weilanden en akkers. Deze trekvogels broeden ’s zomers in Scandinavië en Rusland.
Er zijn weer Grote Kruisbekken in het land en dat komt maar heel af en toe voor. Vogelaars rukken dan ook massaal uit om deze vogeltjes te bekijken. De Grote Kruisbek (Loxia pytyopsittacus), een zangvogel uit de familie van de vinken, broedt van Scandinavië tot Siberië. Hij leeft daar van de zaden van de grove den. Als er in het noorden een slecht mastjaar is, met weinig zaden, vliegen de vogels noodgedwongen naar het zuiden.