De Gele kwik (Motacilla flava) is niet moeilijk te herkennen; een groenig bruine rug en heldergele buik, die bij het vrouwtje iets lichter is en een spitse snavel van een insecteneter en natuurlijk een ‘kwikkende’ staart.
Er zijn in ons land een aantal algemeen voorkomende vogels die toch bij veel mensen onbekend zijn. In onze tuin broeden bijvoorbeeld de Heggenmus (Prunella modularis) en de Zwartkop (Sylvia atricapilla), maar deze vogels laten zich niet altijd gemakkelijk zien en leiden een min of meer verborgen bestaan in en onder struiken.
Nu is Drenthe natuurlijk met ´bos en heide´ een prachtig stukje Nederland, maar niet een provincie met veel water en dus rietvelden, maar op kleine schaal zijn ze er wel. De bedoeling was namelijk in eerste instantie om te kijken of we een blauwborst konden vinden.
Geelgorzen (Emberiza citrinella) broeden tegenwoordig vrijwel uitsluitend op de hoge zandgronden. Ze bewonen hier heide met opslag, bosranden en jonge aanplant, naast kleinschalig boerenland met veel akkers. De verspreiding kromp sinds ongeveer 1975 in oostelijke richting in.
De Klapekster ( Lanius excubitor) is voor mij een intrigerende vogel. Een zangvogel met een haaksnavel en die heeft hij niet voor niets… Bij mij in de buurt zit bijna elk jaar in een natuurgebiedje een klapekster. Ik had hem daar al een aantal keren gespot, maar tot een fatsoenlijke foto was het nog niet gekomen.
Bijna een jaar geleden hadden we o.a. een sperwer als zeer regelmatige gast in onze tuin. Sinds kort is hij terug. Deze vogel weet precies waar hij moet gaan zitten en jagen, dus we gaan er maar even van uit dat het dezelfde vogel is als van afgelopen seizoen. ?
Het gebeurt hoogst zelden dat er een Notenkraker in ons land is te zien, laat staan dat hij een paar dagen op dezelfde plek zit. Normaal leeft deze vogel in het hoge noorden van Europa. Op 19 november 2018 werd echter rond 16:30 uur een Notenkraker in Wageningen gemeld; een soort die alweer jaren geleden voor het laatst twitchbaar was voor een groter publiek.
De Grote Gele Kwikstaart nestelt langs snelstromende beken in natuurlijke oevers of onder bruggen en aan gebouwen. Het merendeel broedt in Twente, de oostelijke Achterhoek en Zuid-Limburg, maar vooral na een aantal zachte winters zijn ook elders broedgevallen mogelijk. In sommige provincies is deze soort zelfs duidelijk in opmars.
De Pestvogel is buiten de periode oktober-april in ons land uiterst zeldzaam. Binnen die periode wisselt het voorkomen jaarlijks enorm. In de meeste jaren zijn Pestvogels (Bombycilla garrulus) vrij schaars en worden ze vrijwel alleen in het noorden van het land gezien.