Herinner je de eerste week van afgelopen februari nog? Een korte maar hevige winter, zeker voor de ijsvogel. Een groot deel van de populatie is ten onder gegaan door voedsel gebrek. Ik las dat er in het noordoosten van ons land 1/4 tot 1/3 van de ijsvogels het niet heeft gered.
Het broedgebied van de Roodpootvalk stekt zich uit van centraal Oost-Europa tot in Azië. In Nederland worden ze vooral tijdens de voorjaarstrek gezien van eind april tot begin juni, met een piek in mei. Ze zijn in Nederland vrij zeldzaam, maar soms trekken ze in het voorjaar in wat grotere aantallen door.
Een tijdje heeft fotografie bij mij in de ‘pauzestand’ gestaan. Druk met allerlei andere bezigheden; noodzakelijk wel te verstaan… Hoe leuk is het dan om de draad weer op te pakken met een vogel die zeker geen alledaagse verschijning is.
De benaming winter is wellicht wat overdreven, want hij was kort… erg kort. Na ruim een week was het alweer voorbij, maar serieus was het wel. Het was inderdaad guur winterweer met een dik pak sneeuw en met zelfs een code rood. Tijdens opklaringen vroor het in de nacht en ochtend streng tot zeer streng met zelfs een sneeuwjacht.
Roerdompen zijn mysterieuze vogels die moeilijk te zien zijn. Deze Nederlandse broedvogel is zowel standvogel als trekvogel, voor een deel afhankelijk van het winterweer. Vanwege schutkleur, teruggetrokken gedrag en een verblijf in dicht moeras is meestal weinig van de aanwezigheid van de Roerdomp te merken.
Sinds ongeveer een jaar komen er met enige regelmaat een paar sijsje (Spinus spinus) in onze tuin. Ondanks dat dit ‘rode lijst’ vogeltje het liefst broed in naaldbossen met een hoog aandeel sparren, kon ik toch al eens een jong sijsje in de tuin fotograferen…
Bij mede fotografen zag ik af en toe prachtige foto’s van een paring van de ijsvogel en stiekem stond dat ook op mijn ‘verlanglijstje’. Maar je moet net het geluk hebben dat je er op het juiste moment bent omdat het heel kort duurt en het natuurlijk een beetje afdwingen door er heel vaak naar toe te gaan.
Groene spechten zijn vrij schuwe, voorzichtige vogels die meestal snel weg vliegen als ze mensen zien. Ook deze specht is een holenbroeder en gebruikt een boomholte of verlaten holte van andere spechten. Als hij zelf een nestholte uithakt kan hij daar wel 15 tot 30 dagen over doen. Ze brengen één broedsel per jaar voort.
Onder natuurfotografen wordt de appelvink (Coccothraustes coccothraustes) nog wel eens afgekort met ‘appeltje’ Dat deed me denken aan de uitdrukking: appeltje-eitje, dat wordt gebruikt om aan te geven dat iets heel gemakkelijk is of zal zijn. Uit eigen ervaring kan ik je vertellen, dat het voor het fotograferen van dit ‘appeltje’ niet op gaat… 🙁