Geelgorzen (Emberiza citrinella) broeden tegenwoordig vrijwel uitsluitend op de hoge zandgronden.
Ze bewonen hier heide met opslag, bosranden en jonge aanplant, naast kleinschalig boerenland met veel akkers. De verspreiding kromp sinds ongeveer 1975 in oostelijke richting in. De soort is inmiddels verdwenen uit West-Nederland, waar hij lokaal nog een algemene broedvogel was tot halverwege de twintigste eeuw. Ook in Midden-Nederland en delen van de zandgronden namen de aantallen aanvankelijk af.
Het is een stand- en zwerfvogel die iets groter is dan deย mus.
Het mannetje is duidelijk te herkennen aan grotendeels gele kop en geel op onderdelen. De vrouwtjes zijn wat onopvallender van kleur, maar wel met gele accenten aan de onderkant.
Recent neemt de Geelgors toe in het noordoosten van het land en ook deze foto’s zijn in de eigen tuin gemaakt. ๐
Hoi Geert,
ook deze geelgors heb je weer supermooi op de gevoelige plaat vastgelegd. Hier zien wij ze inderdaad bijna niet meer en als ik ze zie dan is het in gelderland/Twente.
Prachtige en hele mooie heldere foto’s van die o, zo mooi gele vogeltje. Klasse.
Groetjes, Helma
Gelukkig zie we dit kleurige vogeltje bijna dagelijks Helma. Vooral s’winters zijn er een stuk of 15 aanwezig. ๐
Groet, Geert
Prachtige fotos Geert. Die geelgors is toch een orachtig vogeltje en dan ook nog in je eigen tuin. Dat gaat hier in Hoofddorp niet lukken.
Hallo Peter,
maar langs de kust en in het duinengebied zijn weer soorten die ik nooit in Drenthe zie… ๐
Groet, Geert.