Ogen en oren van de kerkuil vormen tezamen een zeer verfijnd opsporingssysteem van deze mooie uil en overwegend nachtelijke jager. Wanneer de kerkuil vliegend jaagt tot op een hoogte van drie meter of op een paaltje zit, weet hij exact de afstand te bepalen tot de muis, die zich in een greppel, in het gras of op een molshoop bevindt.
Bij ongunstige weersomstandigheden, zoals bij regen en harde wind, wordt er buiten weinig of niets gevangen. De uilen kunnen dan in schuren en gebouwen nog proberen iets te bemachtigen. Naast een uitstekend gezichtsvermogen en gehoor is het geruisloos vliegen van groot belang voor de kerkuil. Het lichaam is smal en bedekt met veel lichte veren en het weegt slechts 300-400 gram, terwijl de brede vleugels een spanwijdte van bijna een meter hebben. Zo kan de kerkuil gemakkelijk zweven en met een lage snelheid (15 tot 20 km per uur) de grond afzoeken naar prooidieren.
Na een aantal een strenge winters werd er een dieptepuntย qua populatieย bereikt in 1979 met hoogstens nog 100 broedparenย in Nederland. Het plaatsen en onderhouden van speciale nestkasten voor deze uilensoort (in combinatie met zachte winters) bleek enorm succesvol. Ook in Stieltjeskanaal zijn er een aantal nestkasten waar de kerkuil met enige regelmaat tot broeden komt.
Op een enkele uitzondering na zijn uilen vogels van de schemering en de duisternis en de kerkuil is de meest nachtelijke vogel onder de uilen. Ongeveer een uur na zonsondergang verlaat de uil de roestplaats om op jacht te gaan, dus om deze vogel te ‘zien’ vergt enige inspanning, laat staan om deze uil te fotograferen…
Ik ben dan ook een aantal keren vanaf 11 uur s’avonds tot 1 uur s’nachts op pad geweest om deze prachtige vogel te volgen.
De vogel blijft nog wel bedreigd door de enorme toename van het autoverkeer en de eenvormigheid van het agrarische cultuurlandschap. Daarom staat de kerkuil nog als kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst.